Huishoudelijk Reglement

Huishoudelijk reglement
Inhoudsopgave
  1. Begripsomschrijvingen
  2. Naam en zetel
  3. Tenue
  4. Leden
  5. Wijze aanmelding leden, voorwaardentoelating
  6. Ledenregistratie
  7. Einde lidmaatschap
  8. Sportiviteit en Respect
    1. Gedragsregels DDHC
    2. Omgangsregels DDHC
    3. Gedragsregels begeleiders in de sport
    4. Verklaring Omtrent Gedrag
    5. Vertrouwenscontactpersoon
  9. Contributie
  10. Schadeloosstellingen en boetes
  11. Sancties
  12. Bestuur
  13. Commissies
  14. Officieel orgaan (communicatie)
  15. Algemene vergaderingen
  16. Wijzigingen van het huishoudelijk reglement

Begripsomschrijvingen

Artikel 1

In dit huishoudelijk reglement wordt verstaan onder:
  1. algemene vergadering, het orgaan bedoeld in artikel 2:40 van het Burgerlijk Wetboek en in artikel 28 ev van de statuten, teweten de algemene vergadering van de vereniging;
  2. bestuur, het orgaan bedoeld in artikel 2:44 van het Burgerlijk Wetboek, in artikel 10 lid 1 en artikel 16 lid 1 van de statuten en in artikel 11 lid 1 van dit huishoudelijk reglement, te weten het bestuur van de vereniging;
  3. bond, de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid: Koninklijke Nederlandse Hockey Bond, met statutaire zetel in de gemeente Nieuwegein, kantoorhoudende te 3439 ML Nieuwegein, Wattbaan 31-49, ingeschreven in het handelsregister onder dossiernummer 40530560;
  4. langs elektronische weg, indien degene met wie wordt gecommuniceerd hiermee instemt, kunnen schriftelijke mededelingen aan respectievelijk van (organen van) de vereniging geschieden door een langs elektronische weg toegezonden leesbaar en reproduceerbaar bericht aan het adres dat door de (organen van de) vereniging respectievelijk degene met wie wordt gecommuniceerd voor dit doel aan de degene met wie wordt gecommuniceerd respectievelijk de (organen van de) vereniging bekend is gemaakt; om het langs elektronische weg verzenden van veel of grote, dan wel vertrouwelijke bestanden aan een veelheid van adressen om veiligheidsredenen te voorkomen, heeft een langs elektronische weg gedane aankondiging aan degene met wie wordt gecommuniceerd, dat bepaalde bestanden door betrokkene zelf via de website van de vereniging geraadpleegd kunnen worden, eenzelfde strekking;
  5. leden, de leden, bedoeld in artikel 3 van de statuten en in artikel 4 lid 2 van dit huishoudelijk reglement, voor zover de statuten en/of dit huishoudelijk reglement geen nader onderscheid maken of het tegendeel uit het zinsverband blijkt;
  6. lidmaatschap, de leden, bedoeld in artikel 3 van de statuten en in artikel 4 lid 2 van dit huishoudelijk reglement, voor zover de statuten en/of dit huishoudelijk reglement geen nader onderscheid maken of het tegendeel uit het zinsverband blijkt;
  7. vereniging;
    1. statuten, de statuten van de vereniging;
    2. vereniging, de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid bedoeld in artikel 1 van de statuten en in artikel 2 lid 1 van dit huishoudelijk reglement.

Naam en zetel

Artikel 2
  1. De vereniging is genaamd: Den Dunc Hercules Combinatie (DDHC)
  2. Als verkorte naam gebruikt de vereniging: DDHC
  3. De vereniging is gevestigd in de gemeente Geertruidenberg.

Tenue

Artikel 3
  1. Het tenue van de vereniging bestaat uit:
    • Groen poloshirt;
    • Donkerblauwe korte broek of rok;
    • Donkerblauwe kousen met witte strepen.
      Het bestuur bepaalt dat het wedstrijdtenue wordt voorzien van vastgestelde accenten waaronder een clublogo en sponsoruitingen. Eveneens kan het bestuur bepalen dat het clubtenue alleen kan worden geleverd door een bepaalde leverancier.
  2. Keeperskleding, bestaand uit, legguards, helm, tok, borstbeschermer, handschoenen, poloshirt en bijbehorende opbergtas worden door de vereniging ter beschikking gesteld.
  3. De leden zijn verplicht bij competitiewedstrijden het vastgestelde wedstrijdtenue te dragen. Als bij uitwedstrijden qua kleur een conflict dreigt met het tenue van de tegenstander, moet, conform de reglementen van de KNHB, worden afgeweken van het hiervoor omschreven tenue.
  4. Indien het bestuur zulks wenselijk oordeelt, is het gerechtigd de spelers en speelsters van het eerste heren- en dameselftal en/of de topteams van de jeugd te ontslaan van de verplichting competitiewedstrijden te spelen in het groene poloshirt, mits de ontheffing haar grondslag vindt in de op het shirt aangebrachte shirtreclame.
  5. In geval van beschadiging en/of verlies van de in artikel 3.2 genoemde zaken, dient de keeper of coach van het team direct contact op te nemen met de materiaalcommissaris.

Leden

Artikel 4
  1. Leden zijn die natuurlijke personen, die door het bestuur danwel de algemene vergadering als lid zijn toegelaten, met inachtneming van hetgeen daaromtrent in de statuten en in dit huishoudelijk reglement is bepaald.
  2. De vereniging kent als leden:
    1. seniorleden;
    2. juniorleden;
    3. basisleden;
    4. ereleden;
  3. Seniorleden zijn zij die voor één oktober van het lopende bondsjaar als bedoeld in de begripsomschrijving van het huishoudelijk reglement van de bond, achttien jaar of ouder zijn. Seniorleden hebben toegang tot en stemrecht in de algemene vergadering en dienen contributie te betalen.
  4. Juniorleden zijn zij die voor één oktober van het lopende bondsjaar als bedoeld in de begripsomschrijving van het huishoudelijk reglement van de bond jonger zijn dan achttien jaar. Juniorleden hebben toegang tot en stemrecht in de algemene vergadering. Juniorleden dienen contributie te betalen
    Juniorleden worden nader onderscheiden in:
    1. jeugd: jeugdleden zijn zij die voor één oktober van het lopende bondsjaar als bedoeld in de begripsomschrijving van het huishoudelijk reglement van de bond tien jaar of ouder, doch nog geen achttien jaar zijn;
    2. jongste jeugd 2: jongste jeugd 2 zijn zij die voor één oktober van het lopende bondsjaar als bedoeld in de begripsomschrijving van het huishoudelijk reglement van de bond acht jaar of ouder, doch nog geen tien jaar zijn;
    3. benjamins en jongste jeugd 1: benjamins en jongste jeugd 1 zijn zij die voor één oktober van het lopende bondsjaar als bedoeld in de begripsomschrijving van het huishoudelijk reglement van de bond vier jaar of ouder, doch nog geen acht jaar zijn;
  5. Basisleden zijn meerderjarige natuurlijke personen die niet actief zijn in de sport, maar zich graag verbonden voelen aan de vereniging. Rustende leden zijn leden van de vereniging in de zin van de wettelijke bepalingen van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en hebben toegang tot en stemrecht in de algemene vergadering.
  6. Ereleden zijn meerderjarige natuurlijke personen aan wie wegens hun buitengewone verdiensten jegens de vereniging het erelidmaatschap is verleend door de algemene vergadering op voorstel van het bestuur. Ereleden hebben toegang tot en stemrecht in de algemene vergadering. Ereleden zijn als zodanig vrijgesteld van het betalen van contributie.

Wijze aanmelding leden, voorwaarden toelating

Artikel 5
  1. Een natuurlijk persoon die seniorlid of juniorlid wenst te worden van de vereniging dient een door het bestuur te verstrekken inschrijfformulier geheel ingevuld en ondertekend in te dienen bij de ledencommissie of een daartoe door het bestuur aangewezen persoon. Het inschrijfformulier wordt langs elektronische weg aangeboden via de website van de vereniging. Binnen twee weken na het indienen van de aanvraag ontvangt de aanvrager van of namens de ledencommissie langs elektronische weg bericht over diens al dan niet toelating als lid van de vereniging. In geval van niet-toelating wordt de reden daarvan vermeld.
  2. De leden zijn verplicht zich te onderwerpen aan de statuten en de reglementen van de vereniging alsmede aan de besluiten van de algemene ledenvergadering, het bestuur en de commissies van de vereniging.
  3. Een toegetreden lid wordt tevens lid van de KNHB en is (mede)onderworpen aan de statuten, reglementen en besluiten van de Hockeybond en zijn organen. Basis- en ereleden worden niet bij de KNHB aangemeld.
  4. Zodra een juniorlid de leeftijd heeft bereikt van 18 jaar, zal diens lidmaatschap stilzwijgend worden omgezet in een lidmaatschap van een seniorlid.
  5. Voor diegenen die gedurende het boekjaar (beginnend op één juli en eindigend op dertig juni daaropvolgend) seniorlid of juniorlid worden, geldt dat zij, indien zij lid worden voor één januari van het betreffende boekjaar, de volledige contributie verschuldigd zijn. Indien zij seniorlid of juniorlid worden na één januari van het betreffende boekjaar, zijn zij de helft van de contributie verschuldigd.
  6. Van seniorleden, juniorleden alsmede de ouders van juniorleden wordt verwacht dat zij naast het betalen van contributie tevens een niet-geldelijke bijdrage leveren zoals bijvoorbeeld bardiensten, coachen, trainen, fluiten of anderszins activiteiten in het belang van de vereniging. Daarbij nemen zij de aanwijzingen van de verantwoordelijken in acht.

Ledenregistratie

Artikel 6
  1. De ledencommissie of een daartoe door het bestuur aangewezen persoon, houdt een register bij waarin de namen en de adressen van de leden worden bijgehouden.
  2. Ieder lid is verplicht bij wijziging van zijn adres hiervan onverwijld de ledencommissie of een daartoe door het bestuur aangewezen persoon, schriftelijk of langs elektronische weg in kennis te stellen. Eventuele kosten die door de vereniging moeten worden gemaakt om een adreswijziging op een andere wijze te achterhalen, worden op het desbetreffende lid verhaald.
  3. De ledencommissie of een daartoe door het bestuur aangewezen persoon, draagt er zorg voor dat de leden worden aan- en afgemeld bij de bond.
  4. Registratie en gebruik van gegevens van leden wordt door de vereniging uitgevoerd aan de eisen die de wet hieraan stelt.

Einde lidmaatschap

Artikel 7
  1. Bij opzegging van het lidmaatschap door het lid dient het lid de voorschriften van artikel 7 van de statuten na te leven.
  2. Behoudens schriftelijke opzegging wordt het lidmaatschap jaarlijks stilzwijgend verlengd.
  3. Opzegging kan uitsluitend schriftelijk of langs elektronische weg aan de ledencommissie of een daartoe door het bestuur aangewezen persoon, plaatsvinden.
  4. Opzegging van het lidmaatschap dient plaats te vinden voor 31 mei. Indien het lidmaatschap niet voor 31 mei is opgezegd bij de ledencommissie of een daartoe door het bestuur aangewezen persoon, is de volledige contributie van het volgende verenigingsjaar verschuldigd.
  5. De ledenadministratie verstrekt een ontvangstbevestiging van de opzegging.
  6. Afmeldingen op andere wijze (mondeling) of bij andere personen (w.o. coaches, trainers, TC leden e.d.) worden als nietig beschouwd.
  7. Als de opzegging niet heeft plaatsgevonden volgens het bepaalde in lid 1 kan het bestuur de opzegging toch tegen het einde van het lopende verenigingsjaar doen geschieden, in geval deze opzegging geschiedde:
    1. wegens verhuizing naar buiten de gemeente waar de vereniging haar zetel heeft;
    2. op grond van medisch advies;
    3. op grond van andere, naar het oordeel van het bestuur, afdoende redenen.
  8. Opzegging als bedoeld in artikel 7.7 van de statuten kan geschieden:
    1. wanneer een lid heeft opgehouden aan de vereisten voor het lidmaatschap bij de statuten gesteld, te voldoen;
    2. wanneer een lid zijn verplichtingen jegens de vereniging niet nakomt;
    3. wanneer redelijkerwijs van de vereniging niet gevergd kan worden, het lidmaatschap te laten voortduren.

Sportiviteit en Respect

Artikel 8
DDHC hecht veel waarde aan sportiviteit & respect (S&R). Bij DDHC zijn we gastvrij en streven we naar een sportief en veilig sportklimaat, zodat iedereen met plezier en enthousiasme kan hockeyen. Bij DDHC voelt iedereen zich welkom, gewaardeerd en gerespecteerd, iedereen kan zichzelf zijn, met oog en oor voor de ander. We hebben vertrouwen in elkaar en elkaars verantwoordelijkheden en spreken elkaar aan in het kader van het geven van constructieve feedback.
Samen met alle leden, coaches, trainers, scheidsrechters, vrijwilligers, ouders/verzorgers, sponsors en supporters zijn we betrokken bij en bouwen we aan DDHC, op een positieve constructieve manier, om onze vereniging sportief, leuk en gezellig te houden.

Samen zijn we DDHC!

Dat betekent dat bestuur, commissies, trainers, coaches en vrijwilligers, maar ook ouders/verzorgers en supporters onze gedragsregels actief uitdragen.

Gedragsregels DDHC

  1. We sporten met elkaar en dus ook met de tegenstander
  2. We doen het samen! We zijn een vrijwilligersvereniging en verwachten dat iedereen daaraan zijn steentje bijdraagt
  3. Commissieleden, sponsors, trainers, coaches, bestuursleden, scheidsrechters en alle andere vrijwilligers zijn van onschatbare waarde voor DDHC. Zij verdienen een respectvolle benadering
  4. We spelen het hockeyspel op een sportieve en respectvolle manier. We zijn sportief in en rond het veld. We respecteren onze teamgenoten en tegenstanders. We gebruiken geen fysiek en verbaal geweld voor, tijdens en na de wedstrijd
  5. Hockey is een teamsport. Iedereen is welkom en we sluiten niemand uit. We pesten niet, we letten op ons taalgebruik, we geven positieve feedback en houden ons aan de teamafspraken. We komen naar de trainingen en wedstrijden
  6. We fluiten objectief volgens de regels van de KNHB en gedragen ons professioneel. Alle leden vanaf 14 jaar halen hun scheidsrechtersdiploma
  7. Langs de lijn ben je positief! We moedigen het hele team aan. We hebben geen commentaar: niet op de spelers, coaches en scheidsrechters. Ook als we het er niet mee eens zijn. Je hebt een voorbeeldfunctie.
  8. We houden onze club schoon. We gaan op een nette manier om met club- en andermans eigendommen
  9. Alcohol volgens de regels: Op zaterdag wordt er pas na 15.00u alcohol geschonken, op zondag niet eerder dan 11:30u. Alcohol is alleen verkrijgbaar voor personen van 18 jaar of ouder en het doorgeven van alcohol aan jeugd onder de 18 jaar is niet toegestaan. Teveel op? Het barpersoneel kan besluiten geen alcohol meer te schenken indien je gedrag daartoe aanleiding geeft.
  10. Consumpties van de club: Het is niet toegestaan om zonder overleg met het bestuur eigen consumpties te nuttigen.
  11. Fietsen en bromfietsen moeten in de fietsenstalling worden gestald.

Omgangsregels DDHC

DDHC pretendeert een sociaal veilige hockeyclub te zijn waarin iedereen zich prettig voelt. Hierbij is het van belang om duidelijk vast te leggen en uit te dragen welke omgangsregels gehanteerd worden voor alle leden, vrijwilligers en begeleiders in het algemeen. En daarnaast welke specifieke gedragsregels gehanteerd worden voor begeleiders van teams in het bijzonder.

Om dit te borgen hanteert DDHC de navolgende omgangsregels voor leden en vrijwilligers/begeleiders:
    1. we begroeten en bedanken elkaar; tegenspelers, teamgenoten, coaches, trainers, scheidsrechters en (andere) vrijwilligers
    2. we accepteren en respecteren de ander zoals hij/zij is en discrimineren niet
    3. iedereen telt mee bij DDHC
    4. we schelden niet en maken geen gemene grappen of opmerkingen over anderen
    5. we negeren de ander niet
    6. we doen niet mee aan pesten, roddelen of uitlachen
    7. we vallen niemand lastig
    8. we houden rekening met de grenzen die de ander aangeeft
    9. teamgeest en teamspirit zijn belangrijk
    10. we berokkenen geen schade aan andermans eigendommen
    11. we maken op geen enkele manier misbruik van onze (machts-)positie
    12. we vechten niet, gebruiken geen geweld en bedreigen niet
    13. we zorgen ervoor dat de eigendommen van de club en van anderen niet worden vernield
    14. we komen niet ongewenst te dichtbij en raken de ander niet tegen zijn of haar wil aan
    15. we geven de ander geen ongewenst seksueel getinte aandacht
    16. we stellen geen ongewenste vragen en maken geen ongewenste opmerkingen over iemands persoonlijke leven of uiterlijk
    17. we vragen de ander te stoppen indien we worden lastiggevallen en indien dit niet helpt vragen we hulp
    18. we helpen anderen om zich aan deze afspraken te houden en spreken degene aan die zich daar niet aan houdt

    Gedragsregelsbegeleiders in de sport

    1. In de sport is de relatie tussen de trainer/coach en de sporter erg belangrijk.
    2. De gedragsregelsbegeleiders in de sport zijn gericht op trainers, coaches, begeleiders en bestuursleden (verder in deze tekst begeleider genoemd) en maken deel uit van het tuchtreglement van de KNHB.
    3. De gedragsregels geven aan waar de grenzen liggen in het contact tussen begeleider en sporters. De gedragsregelsvormen, aangevuld met de omgangsregels, een richtlijn voor de omgang tussen sporters en begeleiders.
    4. Deze gedragsregels zijn de gedragsregels zoals die door de KNHB en NOC*NSF worden gehanteerd:
      1. De begeleider heeft respect voor spelers, ouders/verzorgers, scheidsrechters en tegenstanders
      2. De begeleider zorgt voor een omgeving en sfeer waarbinnen de sporter zich veilig kan voelen
      3. De begeleider is zich bewust van zijn/haar voorbeeldgedrag richting de spelers, ouders/verzorgers, scheidsrechters en tegenstanders en onthoudt zich van schelden, misbaar of andere negatieve uitlatingen
      4. De spelers en de begeleider geven hun tegenstanders en de scheidsrechters zowel voor als na de wedstrijd een hand en tonen hun sportiviteit, ongeacht de uitslag van de wedstrijd
      5. De uitslag van de scheidsrechter wordt geaccepteerd en gerespecteerd, ook al is de begeleider het er niet mee eens
      6. De begeleider ziet toe op de veiligheid, zoals gebruik van scheenbeschermers, bitje, maskers
      7. De begeleider ziet erop toe dat het team na afloop van de wedstrijd samen met de tegenstander iets drinkt in het clubhuis
      8. De begeleider onthoudt zich er van de sporter te bejegenen op een wijze die de sporter in zijn waardigheid aantast, én verder in het privéleven van de sporter door te dringen dan nodig is in het kader van de sportbeoefening.
      9. De begeleider onthoudt zich van elke vorm van (machts)misbruik of seksuele intimidatie tegenover de sporter.
      10. Seksuele handelingen en seksuele relaties tussen de begeleider en de jeugdige sporter tot zestien jaar zijn onder geen beding geoorloofd en worden beschouwd als seksueel misbruik.
      11. De begeleider mag de sporter niet op een zodanige wijze aanraken dat de sporter en/of begeleider deze aanraking naar redelijke verwachting als seksueel of erotisch van aard zal ervaren, zoals doorgaans het geval zal zijn bij het doelbewust (doen) aanraken van geslachtsdelen, billen en borsten.
      12. De begeleider onthoudt zich van (verbale) seksueel getinte intimiteiten via welk communicatiemiddel dan ook.
      13. De begeleider zal tijdens training, wedstrijden en reizen gereserveerd en met respect omgaan met de sporter en met de ruimte waarin de sporter zich bevindt, zoals de kleedkamer.
      14. De begeleider heeft de plicht - voor zover in zijn vermogen ligt - de sporter te beschermen tegen schade en (machts)misbruik als gevolg van seksuele intimidatie. Daarwaar bekend of geregeld is wie de belangen van de (jeugdige) sporter behartigt, is de begeleider verplicht met deze personen of instanties samen te werken, opdat zij hun werkgoed kunnen uitoefenen.
      15. De begeleider zal de sporter geen (im)materiële vergoedingen geven met de kennelijke bedoeling tegenprestaties te vragen. Ook de begeleider aanvaardt geenfinanciële beloning of geschenken van de sporter die in onevenredige verhouding tot de gebruikelijke dan wel afgesproken honorering staan.
      16. De begeleider zal er actief op toezien dat deze regels worden nageleefd door iedereen die bij de sporter is betrokken. Indien de begeleider gedrag signaleert dat niet in overeenstemming is met deze gedragsregels zal hij de daartoe noodzakelijke actie(s) ondernemen.
      17. In die gevallen waarin de gedragsregels niet (direct) voorzien, ligt het binnen de verantwoordelijkheid van de begeleider in de geest hiervan te handelen.
      18. In situaties waarin DDHC (arbeids)overeenkomsten afsluit met professionele (betaalde) begeleiders zullen de "Gedragsregelsbegeleiders in de sport” deel uitmaken van de overeenkomst.
        Door ondertekening van de overeenkomst neemt de begeleider niet alleen kennis van de gedragsregels, maar hij/zij verbindt zich hier ook contractueel aan.

    Verklaring Omtrent Gedrag

    1. Waarom een "Verklaring Omtrent Gedrag” (VOG)
    2. De Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) is een verklaring van het ministerie van Veiligheid en Justitie waaruit blijkt dat het gedrag uit het verleden van een persoon geen bezwaar oplevert voor het gevraagde doel, bijvoorbeeld het verkrijgen van een nieuwe baan of het werken met minderjarigen bij een sportvereniging. Een Verklaring Omtrent het Gedrag staat ookwel bekend als bewijs van goed gedrag.
    3. Een (VOG) is één van de maatregelen die een sportvereniging kan nemen om de kans op seksuele intimidatie binnen de club te verkleinen. Het geeft meer zekerheid over het verleden van (nieuwe) trainers, coaches, begeleiders of verzorgers en het vermindert de kans dat personen, die eerder in de fout zijn gegaan, een functie bij de sportvereniging kunnen uitoefenen. Door als vereniging of bond een VOG te verlangen van iedereen die in zijn functie in aanraking komt met minderjarigen, mensen met een verstandelijke beperking, of andere kwetsbare groepen, laat je zien dat je de veiligheid van je leden serieus neemt.
    4. Voor vrijwilligers van sportorganisaties (als dit vrijwilligersorganisaties zijn) is de VOG gratis.
    5. Hoe gaat DDHC om met de VOG:
      1. Als vereniging zijn wij van mening dat er uniformiteit gecreëerd dient te worden. Daarom is er besloten om alle vrijwilligers, trainers en coaches die indirect/direct werkzaam zijn met minderjarigen te voorzien van een VOG. Pas dan kunnen wij als DDHC uitstralen dat wij voor de volle 100% achter ons beleid staan en dat wij dit ook van onze leden verwachten.
      2. Om de aanvraag van de VOG te versimpelen heeft DDHC de aanvraag deels ingevuld. Vrijwilligers waarvan we een VOG verlangen ontvangen een mail van Dienst Justis. Via de link in deze mail kan de VOG zelf verder worden aangevuld en digitaal worden toegezonden. Centraal bewaken we welke VOG's we ontvangen hebben.

    Vertrouwenscontactpersoon

    1. DDHC wil natuurlijk een veilige en prettige vereniging zijn, waar iedereen met plezier bezig kan zijn met hockeyen. We willen er alles aan doen om zaken als pesten, conflicten en ruzie, discrimineren en seksuele intimidatie binnen onze vereniging te voorkomen.
    2. De praktijk binnen diverse sportverenigingen heeft uitgewezen dat er momenten en gebeurtenissen zijn waarbij grensoverschrijdend gedrag niet voorkomen kon worden.
    3. Speelt er een probleem, ervaring of situatie die iemand vertrouwelijk wil delen en/of waarover hij/zij (vertrouwelijk) advies wil hebben dan kan dit bij de vertrouwenscontactpersoonvan de club.
    4. De vertrouwenscontactpersoon is er voor iedereen en voor elke leeftijd binnen DDHC
    5. Waarvoor kun je terecht bij de vertrouwenscontactpersoon?
      1. fysieke, mentale en seksuele intimidatie
      2. diefstal en andere vormen van crimineel gedrag
      3. (ernstig) pestgedrag
      4. als je het gevoel hebt dat je, door je huidskleur, geloof of seksuele voorkeur, er niet bij hoort
      5. je vraagt je af of jouw gedrag als trainer en/of coach verstandig is
      6. iemand heeft je direct of indirect beticht van ontoelaatbaar gedrag
      7. (gevolgen van) zodanige omstandigheden in de privélevenssfeer dat het kunnen spelen of anderszins deelnemen aan activiteiten bij DDHC (ernstig) onder druk komen
      8. voor vragen die je niet makkelijk stelt of waarvan je bang bent dat er niet serieus op gereageerd gaat worden
      9. ook als je vragen hebt over de manier van omgaan met elkaar binnen jouw team ben je welkom bij de vertrouwenscontactpersoon
      10. De vertrouwenscontactpersoon is niet bedoeld voor:
        1. Verschillen van inzicht over technisch beleid zoals gevoerd door trainers, coaches, commissies of bestuur
        2. problemen over teamsamenstellingen
        3. problemen over besluiten van bestuur of ledenvergadering

    Contributie

    Artikel 9
    1. Seniorleden, juniorleden en basisleden zijn aan de vereniging verschuldigd:
      1. inschrijfgeld (eenmalig); en
      2. contributie.
    2. Voorts zijn seniorleden, juniorleden en basisleden in de in dit artikel genoemde gevallen een jaarlijks door de algemene vergadering vast te stellen bedrag aan administratiekosten aan de vereniging verschuldigd.
    3. Ereleden en vrijwilligers zijn, indien zij niet tevens seniorlid, juniorlid of basislid zijn, niet contributieplichtig.
    4. Nieuwe seniorleden, juniorleden en basisleden dienen eenmalig een jaarlijks door de algemene vergadering vast te stellen bedrag aan inschrijfgeld te betalen.
    5. Elk seniorlid, juniorlid en basislid van de vereniging is verplicht tot betaling van een jaarlijks door de algemene vergadering vast te stellen contributie
    6. De contributienota's worden bij aanvang van het boekjaar verzonden onder toezicht van de penningmeester van het bestuur. De betalingstermijn is vastgesteld op dertig dagen na dagtekening van de nota.
    7. De vereniging biedt de seniorleden, juniorleden en basisleden de mogelijkheid aan hun contributieverplichtingen te voldoen door middel van een automatische incasso. Hiertoe wordt aan deze leden een formulier ter beschikking gesteld met behulp waarvan zij de vereniging doorlopend kunnen machtigen - tot wederopzegging - tot het incasseren van de contributie. Administratiekosten zijn bij deze wijze van betaling niet verschuldigd.
    8. Seniorleden, juniorleden en basisleden betalen, indien zij geen gebruik maken van automatische incasso, jaarlijks een bedrag aan administratiekosten.
    9. Nieuwe seniorleden, juniorleden en basisleden machtigen de vereniging tot het incasseren van de contributie, alsmede éénmalig het inschrijfgeld en overige verschuldigde bijdragen. Administratiekosten zijn bij deze wijze van betaling niet verschuldigd.
    10. Bij de automatische incasso zal, als het totaalverschuldigde bedrag ineens of in vier gelijke termijnen worden geïncasseerd. Geheel afhankelijk de keuze van het lid.
    11. Aan seniorleden, juniorleden en basisleden kan een korting verleend worden op de contributie (familiekorting). De kortingwordt gegeven indien zij op hetzelfde woonadres woonachtig zijn en de incasso van hetzelfde rekeningnummer plaatsvindt. De korting is afhankelijk van totaalbedrag aan te betalen contributie met een minimum van te betalen contributie. Het minimum te betalen contributie, mits wordt voldaan aan deze voorwaarden, wordt gepubliceerd in het contributieoverzicht op de website.
    12. In geval van niet-tijdige betaling of indien de bank, om welke reden dan ook, afgeschreven gelden storneert op de rekening van het lid dat een machtiging heeft afgegeven is het lid zonder nadere aanmaning of ingebrekestelling in verzuim.
    13. Een maand na de vervaldatum wordt een aanmaning verzonden.
    14. Een lid dat twee maanden na de vervaldatum nog niet volledig heeft voldaan aan zijn betalingsverplichtingen, voortvloeiend uit dit huishoudelijk reglement, kan met onmiddellijke ingang worden geschorst door het bestuur. Dit houdt in dat het lid de rechten die aan het lidmaatschap verbonden zijn niet langer kan uitoefenen totdat geheel aan de betalingsverplichtingen is voldaan. Na schorsing kan het bestuur de inning van de vordering uit handen geven. In dat geval komen de (buiten)gerechtelijke kosten volledig voor rekening van het lid. De buitengerechtelijke- en incassokosten worden vastgesteld conform de Wet op de Incassokosten (WIK).
    15. Een lid aan wie het lidmaatschap is opgezegd kan opnieuw lid worden indien hij voor de aanvang van dat boekjaar volledig aan zijn betalingsverplichtingen heeft voldaan. Als dan is dit lid geen inschrijfgeld verschuldigd.
    16. Restitutie van de contributie wordt niet verleend, tenzij in zeer bijzondere gevallen vanwege zwaarwegende redenen, zulks ter beoordeling van het bestuur. Een lid dient hiertoe een schriftelijk of langs elektronische weg een verzoek te richten aan het bestuur.

    Schadeloosstellingenen boetes

    Artikel 14
    1. Ieder lid is aansprakelijk voor schade die het aan materiaal, dat eigendom is van de vereniging ofwel in bruikleen is afgestaan aan de vereniging, heeft aangericht.
    2. Elke geconstateerde schade wordt geacht te zijn veroorzaakt door het lid of de leden die de desbetreffende zaak het laatst heeft respectievelijk hebben gebruikt, tenzij door de betrokkene(n) het tegendeel wordt aangetoond.
    3. Indien het herstellen van de door een lid toegebrachte schade aan materiaal kosten met zich meebrengt, beslist uiteindelijk het bestuur wie de kosten draagt.
    4. Het bestuur is niet aansprakelijk voor schade toegebracht aan eigendommen van welke aard ook van leden of derden in het gebouw of op het terrein van de vereniging aanwezig.
    5. De vereniging heeft voor haar leden een ongevallenverzekering afgesloten.

    Sancties

    Artikel 15
    1. Onverminderd de in de statuten aan het bestuur toegekende mogelijkheden c.q. rechten tot schorsing, opzegging en ontzetting, is het bestuur bevoegd om sancties te treffen jegens leden en/of derden, die zich naar het oordeel van het bestuur hebben schuldig gemaakt aan gedragingen, die de vereniging benadelen en/of anderszins (o.a. naar moraal en fatsoen) onaanvaardbaar zijn. Dit houdt onder meer in, maar is niet beperkt tot de navolgende gevallen:
      1. In het geval van zogenaamd ‘zwartspelers’: dit zijn derden, die zonder lid te zijn (en contributie te betalen) als speler van een elftal van de vereniging deelnemen aan een wedstrijd. Dit zwartspelen dient bekend te zijn bij het desbetreffende elftal en diens captain, die er derhalve voor verantwoordelijk zijn dat alleen leden aan de wedstrijden deelnemen. Schending van deze verantwoordelijkheid zal tot sancties jegens het elftal, diens captain en/of de betrokken zwartspeler(s) leiden, met name (maar niet alleen) in de vorm van het opleggen van een boete of boetes en melding aan de KNHB met het verzoek de betrokken zwartspelers te plaatsen op een zwarte lijst, opdat ook andere hockeyverenigingen hiermee rekening zullen (kunnen) houden.
      2. In het geval van leden, die ouder zijn dan 16 jaar en/of (gaan) spelen in de A, alsook seniorleden, die niet in het bezit zijn van een geldige scheidsrechterskaart en die, ondanks herhaalde verzoeken en geboden mogelijkheden,nalatig blijven om de daartoe bestaande cursussen te volgenen/of examens te doen en/of formaliteiten (zoals het doen updaten van een "oude” kaart) te verrichten. De sanctie van deze bepaling zal conform het Verenigings Arbitrage Plan (VAB) worden uitgevoerd door de arbitragecommissie.
      3. In geval van leden, die als scheidsrechter voor een wedstrijd zijn aangewezen, maar daarbij niet aanwezig zijn,noch voor adequate vervanging hebben zorggedragen. De sanctie van deze bepaling zal conform het Verenigings Arbitrage Plan (VAB) worden uitgevoerd door de arbitragecommissie.
      4. Bij diefstal, vernieling, geweld en vergelijkbare, strafbare feiten. In dergelijke gevallen kan tevens aangifte bij de politie worden gedaan.
      5. Bij wangedrag, (fysieke en/of verbale) agressie, criminaliteit (w.o vandalisme), geweld, druggebruik, dronkenschap, discriminatie, seksuele intimidatie en andere niet te tolereren gedragingen. In voorkomende gevallen kan tevens aangifte bij de politie worden gedaan.
      6. Het aan derden beschikbaar stellen van verboden middelen (w.o. drugs) aan leden, niet-leden en gasten op de accommodatie. Bovendien zal het bestuur de politie hiervan op de hoogte stellen.
      7. Het direct en indirect onderscheid tussen mannen en vrouwen is verboden. Het verbod van direct onderscheid tussen mannen en vrouwen houdt mede een verbod in op intimidatie en verbod op seksuele intimidatie. In de verhouding tussen vereniging en leden wordt de bewijslast omgekeerd indien een lid, die meent dat in zijn nadeel een verboden onderscheid wordt gemaakt, in rechte feiten aanvoert die dat onderscheid kunnen doen vermoeden. De vereniging dient dan te bewijzen dat niet in strijd met dit verbod is gehandeld.
      8. Jegens leden, die zich niet houden aan de voor het terreinen/of het clubhuis geldende regels, waaronder (maar niet alleen) het rookverbod, het alcoholverbod voor minderjarigen beneden de 18, het verbod om fietsen, brommers, scooters e.d. elders te plaatsen dan in de daartoe bestemde fietsenstalling, het verbod om het terrein te betreden met honden die niet zijn aangelijnd en/of met fietsen, brommers, scooters e.d., het verbod om op de kunstgrasvelden te voetballen, het gebod om afval alleen in de daartoe bestemde afvalbakken te deponeren etc.
      9. Indien gasten, introducés of derden zich aan een van de bovengenoemde gedragingen schuldig maken worden de leden, die de desbetreffende persoon hebben uitgenodigd, hebben geïntroduceerd en/of begeleiden, hiervoor verantwoordelijk gehouden.
      10. Wanneer leden en/of ouders/verzorgers van juniorleden weigeren te voldoen om uitvoering te geven aan de in artikel 5 lid 6 bedoelde bereidheid tot het leveren van niet-geldelijke bijdragen.
    2. Mogelijke sancties, die in voormelde en andere vergelijkbare gevallen door het bestuur kunnen worden getroffen of opgelegd, zijn (niet limitatief): verwijdering van het terrein, (een aldan niet aan tijd en/of voorwaarden gebonden) terreinverbod, boetes, verhaal van door de KNHB aan de vereniging opgelegde boetes (jegens leden en/of elftallen), een (tijdelijk en aan voorwaarden gebonden) speelverbod, formele melding aan de KNHB (al dan niet met verzoek tot registratie).
    3. De sancties laten het verhaal van schade als bedoeld in artikel 9 geheel onverlet.

    Bestuur

    Artikel 16
    1. Het bestuur bestaat uit een door de algemene vergadering vast te stellen aantal van ten minste vijf meerderjarige natuurlijke personen.
    2. De voorzitter van het bestuur wordt als zodanig door dealgemene vergadering in functie benoemd. Het bestuur benoemtuit zijn midden een vicevoorzitter, secretaris en eenpenningmeester. Het bestuur kan voor de secretaris enpenningmeester een vervanger aanwijzen.
    3. Van het verhandelde in elke vergadering worden door de secretaris notulen opgemaakt, die door de voorzitter en de secretaris ter vaststelling worden ondertekend. In afwijking van hetgeen de wet dienaangaande bepaalt, is het oordeel vande voorzitter omtrent de totstandkoming en de inhoud van een besluit niet beslissend.
    4. De taken van de secretaris van het bestuur zijn de navolgende:
      1. het voeren van correspondentie uit naam van en in overleg met het bestuur;
      2. het houden van het verenigings archief; het notuleren ter algemene vergadering, tenzij een andere persoon daartoe door het bestuur is aangewezen, en ondertekening van vastgestelde notulen;
      3. het notuleren ter bestuursvergadering en ondertekening van goedgekeurde notulen;
    5. De taken van de penningmeester van het bestuur zijn de navolgende:
      1. het innen en het beheren van alle gelden van de vereniging;
      2. het uit naam van het bestuur afleggen van rekening en verantwoording aan de algemene vergadering over de geldstromen binnen de vereniging.
      3. Daartoe stelt de penningmeester van het bestuur zich aansprakelijk voor de onder hem berustende gelden en andere activa die aan de vereniging toebehoren of die de vereniging in bruikleen heeft ontvangen.
    6. Ieder bestuurslid is tegenover de vereniging gehouden tot een behoorlijke vervulling van de hem of haar opgedragen taak. Indien het een aangelegenheid betreft die tot de werkkring van twee of meer bestuursleden behoort, is ieder van hen voor het geheel aansprakelijk terzake van een tekortkoming, tenzij deze niet aan hem is te wijten en hij niet nalatig is geweest in het treffen van maatregelen om de gevolgen daarvan af te wenden.

    Commissies

    Artikel 17
    1. De vereniging kent een aantal verschillende commissies. Deze commissies worden ingesteld door het bestuur en kunnen te allen tijde ook door het bestuur worden ontbonden.
    2. Een bestuurslid is bij voorkeur lid van één van de commissies, tenzij het bestuur en de commissie gezamenlijk unaniem anders beslissen.
    3. Van commissies kunnen ook niet-leden van de vereniging deel uitmaken.
    4. Het bestuur zal voor elke commissie een reglement vaststellen, waarin de taken en verantwoordelijkheden van de commissie zijn vastgelegd.
    5. Commissies brengen over hun vergaderingen schriftelijk of langs elektronische weg verslag uit aan het bestuur. Commissies brengen bovendien aan het einde van het boekjaar een schriftelijk verslag uit over dat boekjaar aan de algemene vergadering.
    6. Iedere commissie dient voor aanvang van een boekjaar een begroting voor het komende boekjaar in te dienen. Omtrent de financiën van een commissie kan het bestuur een tussentijdse rapportage verlangen.
    7. De vereniging kent in ieder geval de volgende commissies:
      1. de wedstrijdcommissie;
      2. de technische commissie;
      3. de sponsorcommissie;
      4. de arbitragecommissie;
      5. de barcommissie;
      6. de kascommissie;
      7. de accommodatiecommissie;
      8. de materialencommissie en;
      9. de evenementencommissie;
    8. Tenzij de algemene vergadering op een andere wijze in het toezicht op het bestuur voorzien, benoemt de algemene vergadering een kascommissie, bestaande uit twee leden die geen deel mogen uitmaken van het bestuur. De leden van de kascommissie worden benoemd voor de periode van twee jaar en treden vervolgens af. Zij zijn aansluitend herbenoembaar. De kascommissie onderzoekt de in artikel 14 van de statuten genoemde stukken en brengt aan de algemene vergadering verslag van haar bevindingen uit.
      Het bestuur is verplicht de kascommissie ten behoeve van haar onderzoek alle door haar gevraagde inlichtingen te verschaffen, haar desgewenst de kas en de waarden te tonen en inzage in de boeken en de bescheiden van de vereniging te geven.

    Officieel orgaan(communicatie)

    Artikel 18
    1. De vereniging heeft een website waarop publicaties en (officiële) mededelingen van het bestuur en/of commissies van de vereniging kunnen worden geplaatst. De website vervult hiermee de rol van officieel orgaan van de vereniging.
    2. Het bestuur benoemt voor dit officiële orgaan een hoofdredacteur dan wel webbeheerder, die belast is met het opmaken en actief houden van de website.
    3. De secretaris van het bestuur, dan wel het commissielid dat belast is met het wedstrijdsecretariaat maakt in het officieel orgaan melding van:
      1. aankondiging en agenda's van algemene vergaderingen;
      2. wedstrijden en toernooien; en
      3. besluiten en mededelingen, voor zover deze door het bestuur nodig worden geacht.

    Algemene vergaderingen

    Artikel 19
    1. De voorzitter van de algemene vergadering verleent de leden het woord in de volgorde waarin zij dit hebben gevraagd. De secretaris van de algemene vergadering houdt hiervan aantekening. De voorzitter heeft het recht een lid dat zich volgens zijn mening niet behoorlijk gedraagt het woord te ontnemen of het verblijf ter vergadering te ontzeggen behoudens een geslaagd beroep van de betrokkene op de vergadering.
    2. De secretaris van de algemene vergadering legt ter vergadering een presentielijst neer waarop de aanwezige leden hun naam plaatsen en aantekenen of zij al dan niet stemgerechtigd zijn. Slechts die stemgerechtigde leden, al dan niet middels een gevolmachtigde, wier namen op de presentielijst voorkomen nemen aan de stemmingen deel.
    3. Bij hoofdelijk stemming geschieden de stemmingen in volgordevan de presentielijst met dien verstande dat eerst de stemgerechtigde leden daarna de stemgerechtigde bestuursledenen tenslotte de stemgerechtigde voorzitter van de algemene vergadering hun stemmen uitbrengen.
    4. Van het verhandelde in een algemene vergadering worden door de secretaris of de door het bestuur daartoe aangewezen persoon notulen gemaakt. De notulen worden in het officieel orgaan gepubliceerd of op een andere wijze, ter keuze van het bestuur, ter kennis van de leden gebracht en dienen door de eerstvolgende algemene vergadering te worden vastgesteld.
    5. Het ter algemene vergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter, dat door de vergadering een besluit is genomen, is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een schriftelijk vastgelegd voostel.
    6. Wordt er echter onmiddellijk na het uitspreken van het in het eerste lid bedoeld oordeel de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats, wanneer de meerderheid der vergadering, of, indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk geschiedde, één stemgerechtigde aanwezige dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
    7. Voor zover de statuten of de wet niet anders bepalen, worden alle besluiten van de algemene vergadering genomen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen
    8. Blanco stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht.
    9. Indien bij een verkiezing van personen niemand de volstrekte meerderheid heeft verkregen, heeft een tweede stemming, of,in geval van een bindende voordracht, een tweede stemming tussen de voorgedragen kandidaten plaats. Heeft alsdan wederom niemand de volstrekte meerderheid verkregen, dan vinden herstemmingen plaats totdat hetzij één persoon de volstrekte meerderheid heeft verkregen, hetzij tussen twee personen is gestemd en de stemmen staken. Bij gemelde herstemmingen (waaronder niet is begrepen de tweede stemming) wordt telkens gestemd tussen de personen, op wie bij de voorafgaande stemming is gestemd, evenwel uitgezonderd de persoon, op wie bij de voorafgaande stemming het geringste aantal stemmen is uitgebracht. Is bij die voorafgaande stemming het geringste aantal stemmen op meer dan één persoon uitgebracht, dan wordt door loting uitgemaakt, op wie van die personen bij de nieuwe stemming geen stemmen meer kunnen worden uitgebracht. Ingeval bij een stemming tussen twee personen de stemmen staken, beslist het lot, wie van beide is gekozen.
    10. Indien de stemmen staken over een voorstel, niet rakende de verkiezingen van de personen, dan is het voorstel verworpen.
    11. Alle stemmingen geschieden mondeling, tenzij de voorzitter een schriftelijke stemming gewenst acht of één der stemgerechtigden zulks vóór de stemming verlangt. Schriftelijke stemming geschiedt bij ongetekende, gesloten briefjes. Besluitvorming bij acclamatie is mogelijk, tenzij één stemgerechtigde een hoofdelijke stemming verlangt.
    12. Een eenstemmig besluit van alle leden, ook al zijn deze niet in een vergadering bijeen, heeft, mits met voorkennis van het bestuur genomen, dezelfde kracht als een besluit van de algemene vergadering.
    13. Zolang in een algemene vergadering alle leden aanwezig zijn, kunnen geldige besluiten worden genomen, omtrent alle aan de orde komende onderwerpen, dus mede een voorstel tot statuswijziging of tot ontbinding, ook al heeft geen oproeping plaatsgehad of is deze niet voorgeschreven wijze geschied of is enig ander voorschrift of een daarmee verband houdende formaliteit niet in acht genomen.

    Wijzigingen van het huishoudelijk reglement

    Artikel 20
    1. De algemene vergadering kan een huishoudelijk reglement vaststellen en wijzigen.
    2. Het huishoudelijk reglement mag niet in strijd zijn met de wet, ook waar die geen dwingend recht bevat, noch met de statuten.